
  
 
 De kinderen die hulpje zijn, mogen naast de juf zitten. Een hele eer voor de   kinderen (én de juf uiteraard). Ze mogen kleine klusjes doen, bijv. eten en     drinken uitdelen, prullenbak en scharen pakken bij het eten en drinken. Ook  mogen ze binnen en buiten als eerste kiezen waar ze mee willen spelen. Alle namen van de kinderen staan op het hulpjesbord. Door de pijlen die naar de namen op het hulpjesbord wijzen, kunnen de kinderen zien wie op die dag de hulpjes zijn.Spelen en werken
 
 
 
 
Elke kleutergroep heeft een (magnetisch) planbord. Dat is een groot bord met allemaal vakjes waar de kaartjes met de aangeboden activiteiten van die dag op hangen. Bijvoorbeeld: zandtafel, bouwhoek, huishoek, themahoek, lees- luisterhoek, knutselwerkjes en allerlei andere constructieve activiteiten of spelletjes.  
De kinderen hebben allemaal een eigen plaatje en plakken die onder de activiteit die ze graag willen doen. Wanneer er geen plek is bij datgene wat ze willen doen, kunnen ze iets anders kiezen. De kinderen gaan daarna veelal zelfstandig aan de slag. Soms nodigt de juf een kind uit voor een  bepaalde activiteit en dan kan het kind dat van tevoren zien aan de plek waar zijn plaatje hangt op het planbord.
  
 
 
 
Rollenspel (Het 'doen alsof ...')
 ''Spelen is een levensbehoefte voor kinderen. Door (rollen) spel leert een kind de wereld om hem heen kennen en begrijpen.'' Het belang van spelen in de kleuterklas is erg groot.
(Rollen)Spel is belangrijk voor veel verschillende gebieden van de ontwikkelingen:  
Cognitieve ontwikkeling
Tijdens het spelen voeren kinderen allerlei activiteiten uit. Ze komen allerlei problemen tegen die ze op een passende manier moeten oplossen. Het probleemoplossend vermogen wordt dus geoefend. Spel vraagt denkkracht van kinderen en kinderen leren hun eigen gedrag te sturen. Ze leren zelf te bepalen wat ze gaan spelen, hoe ze dat zullen gaan spelen en wat ze erbij nodig hebben en welke voorwerpen ze zelf kunnen maken. Het is een begin van het abstracte denken, waarbij kinderen concrete voorwerpen langzaam omzetten in mentale voorstellingen. Bv. een blok wordt een telefoon of een rij stoelen wordt een trein.  
Motorische ontwikkeling 
Bij de motorische ontwikkeling worden grove en de fijne motorische activiteiten bedoeld. Grove motorische activiteiten zijn vooral activiteiten als rennen, klimmen, springen, etc. Dit zie je vooral buiten of in de gym. In de huishoek of themahoek worden vaak de fijne motorische handelingen geoefend zoals bijvoorbeeld het openen en sluiten van allerlei sluitingen (ritsen, knopen, veters, doppen, deksels). Ook het opmaken van het bed, het dekken van de tafel, het 'koken' van eten zijn allemaal voorbeelden waarbij de fijne motoriek wordt geoefend.
Door middel van (rollen)spel worden spierkracht,  bewegingscoördinatie en het gevoel voor evenwicht gestimuleerd.  
 
Taalontwikkeling
Taal en rollenspel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In het spel communiceren kinderen met elkaar door middel van taal. Tijdens het spelen oefenen de kinderen allerlei taalkundige begrippen, begrippen die horen bij het dagelijkse leven. Ook leren kinderen in hun spel grammaticaregels toepassen. Kinderen leren veel van andere kinderen door nadoen.
Emotionele ontwikkeling
Tijdens rollenspel leren de kinderen hoe ze emoties kunnen uitdrukken en reguleren en daardoor leren ze zichzelf beter kennen. Ze mogen experimenteren met de verschillende rollen en vormgeven aan dagelijkse bekende situaties. Ook biedt rollenspel een vorm van veiligheid; conflicten kunnen via spel opgelost worden en kinderen durven soms wel via een bepaalde rol of pop of knuffel te praten.
Sociale ontwikkeling
Bij de sociale ontwikkeling leren de kinderen rekening houden met anderen en anticiperen op hun (re)acties. Ze leren naar elkaar te luisteren, elkaar te helpen en met elkaar te delen. Op jonge leeftijd spelen ze vooral alleen of langs elkaar. Hoe ouder en verder ze in de spel-ontwikkeling komen hoe meer ze bewust zijn van elkaar en echt samen spelen en gepast binnen spel kunnen reageren.
Opruimen
Alle spullen hebben een vaste plek in de klas en alles staat gesorteerd in de kasten. De kinderen kunnen aan de hand van kleine plaatjes in de kasten zien waar de spullen horen. We leren de kinderen zorgvu
ldig en zuinig om te gaan met alle materialen. Een opgeruimde, overzichtelijke en gesorteerde omgeving helpt je gestructureerd te leren denken en handelen. Bovendien nodigt een overzichtelijke ruimte beter uit tot spelen en werken en tot het maken van nieuwe plannen. Door het opruimen als een serieuze taak te zien, leren we de kinderen samen verantwoordelijk te zijn voor de plek waar ze gewerkt of gespeeld hebben. Na het opruimen worden de hoeken nagekeken en gecontroleerd door de kinderen uit de klas. 
Thema's en projecten
In de kleuterklassen wordt het hele jaar door thematisch en projectmatig gewerkt. Er worden per thema verschillende speel-, werk-, reken-, constructieve-, taal- en rekenactiviteiten aangeboden, zowel in de kring als tijdens het spelen en werken. Het aanbod van activiteiten heeft veel variatie, zodat de ontwikkeling van alle kinderen op verschillende gebieden en niveaus wordt gestimuleerd.

Wanneer het mogelijk is, worden er speelhoeken rondom het thema ingericht, zoals bijvoorbeeld een kappershoek, een winkel, een ziekenhuis of een postkantoor waar kinderen in rollenspel de 'echte wereld' kunnen naspelen.      
We zoeken dan allerlei materialen en platen over het onderwerp die de kinderen zelf mogen meenemen.
Dus mocht u materialen of ideeën hebben die aansluiten bij de thema's, dan houden wij ons aanbevolen. Alle tips en suggesties rond een thema zijn welkom!
De naamkaartjes
De kinderen zijn ingedeeld in groepjes en elk groepje heeft een eigen kleur. Voor elk kind zijn er naamkaartjes in die kleur waarop de naam en het eigen plaatje van het kind staan.
Die kleuren én/of plaatjes zijn overigens ook terug te vinden op de kapstokken, op de stoelen en op het hulpjesbord.
De kinderen gebruiken de naamkaartjes om bij hun werk te leggen, zodat anderen kunnen zien wie het heeft gemaakt. 
Ook kunnen de kinderen deze kaartjes gebruiken om te leren hoe ze hun naam moeten schrijven (zie ook de letterkaart onderaan deze tekst, voor de juiste schrijfwijze).
 
Registreren met wasknijpers

Elke week bieden we, naast de vele keuze-activiteiten, ook verplichte activiteiten aan. In die hoek of op die tafel staat dan een emmertje met op de rand voor elk kind een wasknijper. De wasknijpers hebben de kleuren van de groepjes en zijn voorzien van de namen van de kinderen.
Als de kinderen klaar zijn met een verplichte activiteit, mogen ze de wasknijper met hun eigen naam ín de pot doen. Op deze manier kunnen we allemaal zien wie al klaar is, wie nog bezig is (dan zit de wasknijper aan het werkje bijvoorbeeld) en wie nog gaat beginnen.
Ontwikkelingsmateriaal
  
 
De kinderen van groep 1en 2 werken regelmatig met de ontwikkelingsmaterialen. Deze materialen zijn speciaal voor de basisschool ontwikkeld om de taal- en rekenontwikkeling en de motoriek te stimuleren. Het zijn mooie spellen in allerlei variaties en niveaus die bij ons in de kasten in de hal zijn opgeborgen. 
Voor de kinderen die meer uitdaging nodig hebben, zijn er meer uitdagende materialen met een hoger niveau. Hierbij komt bijvoorbeeld het logisch denken, ruimtelijk inzicht en plannen maken uitgebreider aan bod. Daarnaast hebben we in de klassen ook allerlei extra taal- en rekenmaterialen in onze hoeken.                                                                                       
Naar de wc
De kinderen gaan zelfstandig naar de wc. In elke klas hangen twee kettingen. Als een kind naar de wc moet, doet hij een ketting om. Zo kunnen de kinderen (en de juf) zien wanneer de wc's bezet zijn. Alle kinderen gaan om hygiënische reden zitten met plassen. Na een bezoek aan het toilet wassen de kinderen hun handen.
We gaan ervan uit dat de kinderen thuis plassen voordat ze op school komen.
Eten en drinken
   
Tussen 10.00 uur en 10.30 uur gaan we eten en drinken met de hele groep. De hulpjes lopen met de karretjes een rondje door de kring en iedereen pakt dan zijn eten en drinken.
We zingen een lied met elkaar en daarna gaan we gezamenlijk eten en drinken. Eten of drinken dat over is, gaat mee terug naar huis. Zo kunnen jullie zien wat er gegeten en gedronken is.  
Op woensda
g en donderdag is het 'gruitdag'. Dat betekent dat de kinderen die dagen voor de ochtendpauze groente of fruit meenemen naar school wat ze zelfstandig kunnen eten. 
Ondertussen leest de juf een verhaal voor. Dit is een fijn rustmoment.
 
Verjaardag vieren
 
 
 
Wanneer een kind jarig is, krijgt hij/zij die dag een verjaardagsstoel, hij/zij mag een verjaardagsmuts kiezen die hij/zij de hele dag op mag én hij/zij mag een mooie kaart kiezen waar een foto op komt van alle juffen en meesters! Rond 10.00 uur vieren we een feestje voor de jarige in de kring. Er worden kaarsjes aangestoken op een mooie verjaardagstrein en we gaan zingen en dansen, terwijl de jarige op de stoel mag staan.  
De jarige mag natuurlijk ook trakteren. Het liefst een gezonde traktatie. Eén ding is genoeg.  
Als een kind zijn of haar 4e verjaardag op school viert, houden we het feestje klein: zingen en trakteren. Er zijn al genoeg nieuwe indrukken als je net op school bent!
Buiten spelen
  
  
  
  
Ieder dagdeel proberen we met de kinderen naar buiten te gaan. Kinderen kunnen zich buiten op alle verschillende gebieden ontwikkelen. De grote ruimte, de frisse lucht, het echte licht, de vrijheid, het bewegen met heel je lijf en de hoeveelheid mogelijkheden hebben allemaal zeer positieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Zowel motorisch als op taal-, reken-, denk- en sociaal gebied. Daarom is buiten spelen zó belangrijk en willen we het ook graag stimuleren om buiten schooltijden buiten te spelen!
Wist u bijvoorbeeld dat touwtjespringen een positief effect heeft op de hersenontwikkeling voor als de kinderen later tafels gaan leren?
Kinderen die net op school komen, spelen vaak naast elkaar, doordat ze op deze leeftijd nog erg met zichzelf bezig zijn en alles gaan ontdekken. Naarmate ze wat ouder worden, krijgen ze steeds meer oog voor anderen en kunnen ze ook beter rekening met elkaar houden. Hierdoor ontstaat het samenspel.
Na het buitenspel ruimen de kinderen het speelgoed op en gaan ze in de rij staan om gezamenlijk naar binnen te gaan.
Ook met een beetje regen gaan we vaak toch naar buiten. Een regenjas en regenlaarzen zijn dan handig, zodat de kinderen toch lekker kunnen spelen.
Bij heel slecht weer wordt uitgeweken naar het speellokaal voor bewegingsonderwijs, zodat de kinderen voldoende gelegenheid krijgen goed en veel te bewegen.
Lunch
 
Tussen de middag eten de kinderen allemaal op school. Om 12.15 uur pakken de kinderen hun tas met de lunch van de kapstok en nemen die mee naar de kring. We beginnen gezamenlijk met een gebed. De kinderen pakken hun broodtrommeltje en drinken uit hun tas en eten en drinken dit in de klas bij de juf rustig op. De eerste 15 minuten gebeurt dit in stilte. Het zorgt voor een echt rustmoment en bovendien eten en drinken de kinderen dan beter door. Na het stiltemoment wordt er voorgelezen. Om 12.45 uur gaat de groep naar buiten onder toezicht van TSO juffen en meesters.
Naar huis
 
 
Wanneer de kinderen aan het einde van de dag naar huis gaan, pakken ze allemaal hun jas en tas en eventuele andere spullen. Na een gezamenlijke afsluiting met dankgebed, stapelen de kinderen zelf hun stoelen op elkaar en gaan in een rij staan bij de deur. De juf loopt met de groep mee naar buiten. Elke kleutergroep heeft een vaste plek om dan naar toe te gaan, waar de kinderen wachten op degene die hen ophaalt. Als de kinderen degene zien die hen ophaalt, steken ze hun vinger omhoog en geeft de juf aan wanneer ze mogen gaan.
Groep 1/2a staat bij de schuifdeuren van hun klaslokaal.
Groep 1/2b komt door de zijuitgang het plein oplopen.
Groep 1/2c staat bij de hoofdingang van de school. 
Taal
 
 

Met de kleuters doen we vaak rekenactiviteiten, zowel in de kring als tijdens het spelen in de hoeken en het werken aan tafels. We tellen, leren begrippen en leren logisch denken. Er worden veel '5-minuten-spelletjes' gespeeld, waarin allerlei aspecten van rekenen aan bod komen. Bijvoorbeeld: tellen op allerlei manieren, meten, wegen, schatten, getalbegrip en cijferkennis. Ook in de speelhoeken komen regelmatig rekenkundige activiteiten aan bod. Bijvoorbeeld het betalen in een winkel (in een themahoek winkel), het passen van kledin
g (in de huishoek), het tellen van servies (in de huishoek), het meten van blokken (in de bouwhoek), het passen en meten van een waterleiding (in de watertafel), het wegen van jezelf (in de ziekenhuishoek). In elke kleuterklas is een rekenkast aanwezig met allerlei materiaal waarmee gerekend kan worden.
In de kleutergroepen beginnen we spelenderwijs met Engels. Zo hebben we een opruimliedje en een liedje voor bij het eten en drinken in het Engels. Ook leren we tellen en de kleuren en vormen in het Engels. Bij elk thema worden ook themawoorden in het Engels aangeboden, d.m.v. een liedje, activiteit of een spelletje en leren kinderen reageren op korte Engelstalige opdrachten. 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
In de kring vertellen de kinderen regelmatig iets over zichzelf en wat ze meemaken. Eén keer in het jaar staan ze écht in de schijnwerpers! De kinderen van groep 1 mogen de Ik-doos mee naar huis nemen en daar voorwerpen in doen die belangrijk voor hen zijn en iets over hen vertellen. In de klas halen ze die voorwerpen één voor één uit de doos en vertellen er iets over.
 
 
 

Informatie wordt gedeeld via het Ouderportaal. Het is een digitaal platvorm waar de leerkrachten allerlei foto's, informatie en nieuwtjes op zetten, per groep afgeschermd en niet beschikbaar voor anderen. Via dit medium is het voor ouders heel makkelijk om op de hoogte te worden gebracht van het reilen en zeilen binnen de groep. Ook is het een handig middel voor ouders om gerichte vragen te kunnen stellen aan hun kind over de schooldag.
         
         
  
  
